Terug naar overzicht

Het mobiliteitsbudget voor kmo’s: een serieuze troef

Werknemers van een kmo kunnen onder bepaalde voorwaarden hun huidige bedrijfsauto inruilen voor een mobiliteitsbudget. Dat bestaat uit drie pijlers: een ecologische auto, ‘zachte mobiliteit’ en het eventuele saldo. Kmo’s die het mobiliteitsbudget aanbieden, kunnen op die manier talent aantrekken en behouden.

5 stappen naar een mobiliteitsbudget

    Wonen en werken, het is sinds COVID-19 een ander verhaal geworden. We verplaatsen ons minder – of op zijn minst anders – en dat maakt het federale mobiliteitsbudget relevanter dan ooit. Het maakt het immers mogelijk om anders om te gaan met je mobiliteit en niet alleen je privéverplaatsingen, maar ook je huisvesting op een fiscaal interessante manier te organiseren.

    Milieuvriendelijke auto: wat past in mijn budget?

    De eerste pijler van het mobiliteitsbudget bestaat uit een auto met een lage CO2-uitstoot, zoals elektrische of plug-inhybride voertuigen. Gewone diesel- of benzinevoertuigen kunnen ook voor zover ze niet meer dan 95 g/km uitstoten. Dat maakt het aanbod aan conventionele auto's met verbrandingsmotor vrij beperkt.
    Het goede nieuws is dat het aanbod aan elektrische wagens en plug-inhybride voertuigen fors is uitgebreid en ook in 2022 blijft groeien. Het klopt dat hun aankoopprijs hoger ligt dan die van de benzine- of dieselvariant, maar hun hogere fiscale aftrekbaarheid en lagere gebruikskosten maken dat deels of geheel goed. Het is dus zaak om naar de Total Cost of Ownership (TCO) te kijken, die van geval tot geval verschilt.

    Het is overigens niet verplicht om je mobiliteitsbudget (deels) te spenderen aan de eerste pijler. Je kunt ook enkel voor pijler 2 opteren, of voor 2 én 3 indien het budget op het einde van het kalenderjaar niet opgebruikt is. 

    Minder kilometers, meer budget

    Bovendien kun je ervan uitgaan dat wie overschakelt op het mobiliteitsbudget, minder kilometers aflegt met de bedrijfsauto. Het is immers de bedoeling om zoveel mogelijk alternatieve middelen te gebruiken – zoals de fiets en het openbaar vervoer – en dat niet alleen voor woon-werkverkeer, maar ook voor privéverplaatsingen. Ook die kunnen immers betaald worden met het mobiliteitsbudget, zonder dat dat beschouwd wordt als een voordeel van alle aard.

    Betekent dat dan dat je een lager jaarkilometrage kunt hanteren voor je milieuvriendelijke lease-auto om zo de maandelijkse prijs te drukken? Als de klant (de werkgever) dat wil, dan is dat is zeker mogelijk. Op die manier krijg je toegang tot een duurdere auto of kun je meer budget vrijmaken voor de tweede pijler. Het heeft echter geen zin om het kilometrage tot irrealistische waarden te verlagen. Als je je kilometers te laag inschat, volgt hoe dan ook een hercalculatie, die de leaseprijs kan opblazen tot boven het mobiliteitsbudget.

    Ook voor huisvestingskosten

    Interessant om weten is dat wie voldoende budget heeft, daarmee tot 100% van zijn huurkosten of hypothecaire lening kan financieren, op voorwaarde dat de woonplaats zich maximaal op 10 kilometer van het werk bevindt.

    Maar hoe zit het met medewerkers die thuis werken? En bestaat er zoiets als een voetgangersvergoeding? Is er een maximum van toepassing en is er sprake van een wachttijd?

    Op al deze vragen en de fiscale impact van het mobiliteitsbudget vind je antwoorden in ons dossier 'Het mobiliteitsbudget: een motiverend plan'.

    Advies nodig voor de juiste keuze?

    Neem contact op met Athlon Consulting: Een van onze experts zal u helpen bij de uitvoering van het mobiliteitsbudget in uw bedrijf. 

    Hou de vinger aan de pols in mobiliteitsland

    Abonneer je gratis en ontvang de Mobility Reporter meteen in jouw mailbox.
    Schrijf gratis in